Disclaimer: onderstaande tekst verscheen tussen 2007 en 2008 in het kader van ‘Duizend Woorden’, een wekelijks radioprogramma, een website en een maandelijkse rubriek op de achterpagina van NRC Handelsblad.

Gesprek 1 
‘Goedenavond afdeling ledenservice,’ zei ik.
    ‘Ben je geil?’ vroeg een kinderstem.
    ‘Ontzettend. Jij ook?’
    Hij hing op.
    Het eerste gesprek van mijn shift, die om vijf uur begon en tot negen uur ’s avonds duurde, was kort. Dat vond ik niet erg. Ik was vijf jaar in dienst bij het callcenter van de Nationale Postcode Loterij. Het callcenter is gevestigd in de Van Eeghenstraat. Er zijn drie etages met beleilanden in de kleuren paars, geel en grijs. Tegen het plafond is nepgeld geplakt. Op de parkeerplaats staat overdag de Bentley van een van de directeuren.

Gesprek 2 
‘Ik wil een brief schrijven, moet ik dan ook het controlegetal noteren?’
    ‘Nee, wel uw naam, adres en rekeningnummer,’ antwoordde ik.
    ‘Verzekeringsnummer? Waar is dat nou voor nodig?’
    ‘Nee, het rekeningnummer niet het verzekeringsnummer, het rekeningnummer waar het geld van wordt afgeschreven.’
    ‘Oh het rekeningnummer, zeg dat dan.’
    ‘Het spijt me, dat ik dat niet eerder zei. Neem me niet kwalijk. En mag ik u bedanken voor uw jarenlange steun aan de goede doelen.’

Ik keek op de klok en zag dat pas een kwartier verstreken was. Ik overwoog zelfmoord te plegen met de bicpen die in de richel van mijn toetsenbord lag. Zo ineens, middenin een gesprek, recht door mijn oogkas. Niemand van mijn beleiland zou het in eerste instantie doorhebben. Ik zou niet gillen, geen kreten slaken, alleen ineen zijgen. Wanneer zou iemand van de Afdeling Gebouwen het met mijn hersenen en bloed besmeurde toetsenbord loskoppelen? Zou hij dan nog proberen om met een schroevendraaier het wat grotere stuk onder de Alt-toets te verwijderen? Zou er namens de Postcode Loterij een rouwadvertentie worden geplaatst? En wie zou die dan schrijven? Margien? De telefoon blijft rinkelen als je niet opneemt. Dit valt de supervisor op. Een supervisor verdient per uur vier euro meer.

Gesprek 3 
Een mevrouw belde om iets te weten te komen over haar loten. Ik vroeg haar naar haar postcode en huisnummer. De postcode dreunde ze op, maar het huisnummer was ze vergeten. Ze legde de hoorn neer om naar de voordeur te lopen.

Gesprek 4 
Om zeven uur werd ik van het beleiland gehaald door Margien. Margien is de supervisor, die het functioneren van de bellers in de gaten houdt. Ze heeft zes jaar geprobeerd de propedeuse in de psychologie te halen. De basis voor dit functioneringsgesprek vormden vier gesprekken die door Nice opgenomen waren. Nice is een softwareprogramma dat ontwikkeld is door het Israëlische leger om de gesprekken van Palestijnse zelfmoordenaars af te luisteren. Het neemt willekeurig je gesprekken en computerhandelingen op, zonder dat je erg in hebt. Margien vond mijn stem monotoon, onvriendelijk en onenthousiast. Ook vond ze me verveeld, handelde ik te weinig gesprekken per uur af, lag het aantal verwerkte data onder het teamgemiddelde en toonde ik geen begrip voor de deelnemer. Wel had ik een kwaliteit in de vorm van controle die ik over de gesprekken had. Een tweede kwaliteit was dat ik jargon vermeed. Margien vroeg wat ik er zelf van vond. Ik zei dat ik beter mijn best ging doen.

Gesprek 5
Er arriveerde een andere supervisor. Een getatoeëerde dit maal. Masja heette ze. Ze vertelde over haar nieuwe huisje in Amsterdam-Noord waar ze, voordat ze op haar werk was verschenen, gordijnen had opgehangen. Ze verhaalde over welke kleur het was geworden en de ongewone maten van de ramen.
    De klok in de kantine liep voor op de klok van de belvloer. Zo knabbelden ze twee minuten van je pauze af. Een Pakistaanse schoonmaker keek naar een cricket
wedstrijd op de BBC, waar ik niks van snapte. Een schoonmaker verdient per uur drie euro minder.

Gesprek 6
Masja deelde mee dat ze voor de tweede keer dit jaar naar Kreta op vakantie zou gaan. Dit deed ze samen met haar Roemeense vriend, van wie ze al wel de neven en nichten had ontmoet maar nog niet de ouders.

Gesprek 7
Ik moest naar de wc. Richtlijn was dat je je dan afmeldde met code twee. Op het beeldscherm van de supervisor verscheen dan het bericht “persoonlijke verzorging” achter je naam. Het was zaak zo lang mogelijk over deze verzorging te doen.
Margien stoof uit de toiletruimte en keek vluchtig in de spiegel terwijl ik mijn handen aan het wassen was.
    ‘Ik heb een champignonnen-kapsel,’ zei ze. Ik deed of ik haar niet had gehoord.

Gesprek 8
Op weg naar de supervisorkamer moest ik een trap op waar foto’s van prijswinnaars aan de muur hingen. Ik bekeek bovenaan de meest recente foto. Een vrouw die met een envelop van 2.7 miljoen euro voor haar twee-onder-een-kapwoning naar de lens wapperde. Ze heette mevrouw Donkers en leek niet gelukkig. Ik klopte op de glazen deur van de supervisorkamer, die de vissenkom werd genoemd omdat hij geheel uit glas was opgetrokken. Mijn headset bungelde om mijn nek. Margien zei dat ik een opzegtermijn van een maand had en voegde er aan toe dat ze het belachelijk vond dat ik zomaar vertrok en mijn beleiland in de steek liet. Het was acht uur. Ik moest officieel nog een uur.

Categorieën: Taal & tekst

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder